Vandaag verschijnt dan het beloofde interview met mevrouw Burutati. Omdat het verhaal van Pieter zeer uitgebreid was heb ik het met zijn toestemming wat ingekort, mij zoveel mogelijk beperkend tot de ontmoeting en het gesprek met mevrouw Burutati. Pieter begint zijn verhaal met het ontwaken op de vroege ochtend van zes mei:
Op zes mei 2010 word ik precies om zes uur ’s ochtends wakker. Mijn dochtertje Carice ligt vrolijk te kwebbelen in haar bedje, kijkend naar haar handjes, die als vanzelf geduldig in elegante, onnavolgbare gebarentaal antwoord geven. Wát een boeiend tweetalig gesprek! Tijd om haar te verschonen..........
[Op zijn eigen ludieke wijze doet Pieter mij verslag van dit gebeuren, waarna de kleine Carice bij haar moeder in bed wordt gelegd voor haar eerste voeding. Pieter kruipt ook weer in bed en slaapt nog een paar uurtjes. Om tien uur staat hij opnieuw op, ik vervolg zijn relaas]:
....... ik heb nu nog een uurtje voor het interview met mevrouw Burutati begint. Als altijd zet ik eerst een bakkie koffie..... Met mijn kopje heerlijke koffie en een al even lekker, in roomboter gebakken biologisch eitje (de op de eierschaal gestempelde code begint met een 0) start ik mijn dag, denkend aan wat ik in ’s hemelsnaam allemaal aan mevrouw Burutati zal gaan vragen.
Vijf voor elf: ik heb mijn tanden gepoetst en mijn groene, speciaal voor mij op maat gemaakte pak aangetrokken. Het pak is van de mooist denkbare stof, een combinatie van zijde en linnen, en zit natuurlijk als gegoten. Cadeautje aan mezelf nadat ik ontslagen werd bij een bedrijf waarbij de BV in de bedrijfsnaam bleek te staan voor BoevenVereniging en BelangenVerstrengeling. Dat is echter weer een heel ander verhaal, waar ik de lezer nu niet (maar later wel, ik beloof het) mee zal gaan vervelen. Zoals gezegd, het pak zit perfect, een hele prestatie als je bedenkt dat de drager confectiemaat 44 heeft. Vandaag zit alles mee, mijn haar zit precies rommelig genoeg, het grijs op de slapen geeft een mooi, gedistingeerd-erudiet effect, mijn couperose houdt zich rustig. Op naar mevrouw Burutati! Oh ja, ik moet niet vergeten de 3-literfles fantastische biologische Chateau Dubois Jamboncontent ’96 mee te nemen als dank voor het interview. Het schijnt dat mevrouw Burutati op het gebied van wijn zich met de beste kampioens-sommeliers kan meten, dus ik neem geen enkel risico.
Om even over elf kom ik als afgesproken aan bij het tussen de bomen verscholen tuinzitje, dat bestaat uit een hardhouten bankje en twee stoelen. In één van de twee stoelen, voor deze gelegenheid met comfortabele groen fluwelen kussens uitgerust, zit moedertje Burutati al klaar voor het gesprek.... [haar uiterlijk wordt door Pieter uitgebreid beschreven, o.a. haar haar: "voor deze gelegenheid zorgvuldig gedrapeerd in een zeer goed bij het ensemble passende Timosjenko-vlecht, op het achterhoofd net onder de puntmuts."...]
In haar rechterhandje houdt het kleine mevrouwtje een glas Noble Late Harvest dessertwijn vast. Op het tafeltje naast haar stoeltje liggen een Nokia mobiele telefoon, een pakje zware shag en een rijk bewerkte zwarte Zippo, en staat de fles dessertwijn in een wijnkoeler met een extra glas ernaast. Oh ja, ik vergeet bijna de asbak: zo’n heel klein plastic asbakje precies zoals ze bij de Mac Donalds hadden vóór de invoering van het rookverbod in horecagelegenheden…
Mevrouw Burutati draagt een fantastisch groen linnen jurkje dat mij zeer bekend voorkomt. “Heeft mijn dochter niet precies zo’n jurkje?”, denk ik. Nu valt het kwartje! Enige tijd geleden verdwenen van onze waslijn (heerlijk om weer wasgoed buiten te kunnen hangen hè?) verscheidene babykleertjes, waarbij de dief er zorg voor had gedragen de dure, nieuwe Prénatal-kleertjes of andere merkkleding mee te nemen en niet de toch minstens even mooie hand-me-down kleertjes of de truitjes, broekjes, rokjes en rompertjes van de Zeeman of de Wibra… Ook een fraai spijker-tuinbroekje werd bij die laffe diefstal buitgemaakt, bedenk ik me nu. Het kan natuurlijk tóch gewoon toeval zijn - Carice en mevrouw Burutati hebben nu eenmaal dezelfde maat - maar ik vermoed toch kwade opzet en besluit middels listige vragen deze kwestie in de loop van het interview op te helderen!
“Hallo meneer, wat kan ik voor u doen meneer, zegt u het maar meneer, tot uw dienst meneer!” piept mevrouw Burutati met een brede glundergrijns. “Gaat u zitten!” Ik neem plaats in de vrije stoel maar zodra ik zit merk ik dat een tak in mij nek kriebelt besluit ik niet de stoel maar mezelf te verplaatsen en ga zitten op het bankje, waar ik ook mijn nieuwe notitieblok goed naast mij neer kan leggen.
“Glaasje wijn?”, vraagt ze. “Nee dank u, het is nog wat vroeg” is mijn antwoord. Met een bijzondere twinkeling in haar ogen verontschuldigt ze zich: “Ach ja, u hebt natuurlijk gelijk, maar het praat wat makkelijker, ik ben best gespannen ziet u.” Gezien het lichaamsgewicht van mevrouw Burutati ben ik benieuwd wat zelfs maar één standaardglas wijn met haar stemming doet. Na een flinke teug wijn begint mevrouw Burutati een sigaret te rollen. Je zou zeggen dat die kleine vingertjes maar moeilijk dat klusje kunnen klaren, maar niets is minder waar, in een oogwenk zit de enorm dikke peuk in haar mondhoekje. Onwillekeurig denk ik aan een verhaal van Roald Dahl, waarin beschreven wordt hoe iemand in een auto razendsnel een sigaret rolt. Een helder ‘ketching’ verraadt het openklappen van de Zippo, met een geoliede ‘clack’ is de aansteker weer gesloten. De sigaret brandt en na een diepe ademteug gevolgd door een zacht genoeglijk kreuntje en het uitblazen van de rook, kan ons gesprek eindelijk beginnen.
“Mevrouw Burutati”… begin ik. “Ach zeg toch Lily, schatje!” “Euh, ja, dat wilde ik net vragen, mevr…, eh Lily, wat is uw meisjesnaam en waar en wanneer bent u geboren?”
“Mijn meisjesnaam is De Putter, en ik ben geboren in Delft, 1692. Mijn vader Eduard de Putter en mijn moeder Theodora Molenaar waren tuinkabouters in dienst van Anthonie van Leeuwenhoek. Heeft u zich nooit afgevraagd waarom de allereerste microscopen zulke kleine snertapparaatjes waren? Van Leeuwenhoek claimde dat hij ze had uitgevonden, terwijl toch iedereen kan zien dat ze bedoeld zijn voor kabouterhandjes! De echte uitvinders zijn dan ook mijn vader en moeder, die helaas geen patent konden aanvragen. Ze zien je aankomen met je 65 centimeter en je rode puntmuts. Tuinkabouters werden toen al enorm gediscrimineerd…”
[Pieter vraagt Lily verder naar haar jeugd en opleiding, waarover zij nogal hoog van de toren blaast, inmiddels lichtelijk met Pieter flirtend]:
“Ik kon heel erg goed leren, en mocht zodra ik goed en wel kon lopen naar de Latijnse School in Delft, waar ik in alle vakken uitblonk, vooral in de filosofie en de theologie, maar ook in de geneeskunde (erg veel geleerd van huisbaas Anthonie). Ook speelde ik briljant klavecimbel. Vooral in de muziek had ik veel kunnen bereiken, ondanks mijn formaat. Mijn ‘grote’ voorbeeld is daarbij natuurlijk de geniale Franse jazzpianist Michel Petrucciani, die was toch ook nog geen meter lang! Maar ook in de schilderkunst, de literatuur, de dichtkunst, het theater, als bierbrouwer of als sommelier zou ik het ver geschopt hebben. Helaas heb ik mij op al die terreinen niet kunnen ontplooien door mijn ras (Gnomus Hortus) en door het feit dat ik een vrouw ben. Tuinkaboutermannen zijn erg ouderwets, dominant en hooghartig moet u weten. Ze zien vrouwen voornamelijk als lustobject, huisslaaf en moeder van zoveel mogelijk kindertjes. En tuinkaboutervrouwen worden traditioneel ook gewoon uitgehuwelijkt, veel keuze had ik niet. En dan te bedenken dat ik eigenlijk op lange mannen val, zoals u.” Ze neemt snel een enorme teug wijn, en slaat blozend haar ogen neer.
De gelegenheden waarbij ik met mijn één meter achtenzestig een ‘lange man’ werd genoemd zijn op een halve hand te tellen, maar in dit geval beschouw ik het toch maar niet als een compliment.
[Snel vervolgt Pieter het interview, dat hier overigens een verrassende wending neemt]:
“U neemt al een voorsprong in het interview, ik wilde u juist vragen hoe u uw man Koen Burutati hebt leren kennen?”
“Ik werd aan hem uitgehuwelijkt omdat hij betrekkelijk rijk was en een bijzonder CV had. U begrijpt dat de tuinen waar een tuinkabouter heeft gewerkt álles betekenen voor zijn status. Dat zat bij Koen wel goed zoals u weet, al heeft hij bij écht belangrijke tuinen, zoals de Woudstek, geen voet aan de grond gekregen. Maar het is een goede, hardwerkende tuinkabouter hoor, ik heb geen klagen. Zijn drukke baan geeft mij veel vrijheid, die natuurlijk wel weer flink wordt ingedamd door al die koters. In onze nieuwe residentie ga ik mij vooral bezighouden met de ontwikkeling van onze grote tuin, De Burutati-stek! Wist u dat Koen heel veel afweet van tuinarchitectuur? De plannen voor onze tuin zijn gebaseerd op unieke, geheime voorbeelden, wilt u de tekeningen zien?”
“Graag”, antwoord ik door het geraas van een voorbijkomende trein heen. Ik heb al ergens een vermoeden hoe de door Koen ‘ontworpen’ plattegrond van de aan te leggen tuin er uit zal zien…
Lily Burutati loopt naar haar huisje, en ik maak van de gelegenheid gebruik wat aantekeningen uit te werken, waarbij ik word begeleid door een keur aan zingende vogels. Als Lily terugkomt heeft ze een grote rol tekeningen bij zich, die zij uitspreidt op het gras. “De Burutati-stek®™ © Koen Burutati”, staat er boven elke ontwerptekening. Bij de eerste tekening zie ik al dat we hier te maken hebben met een sterk staaltje plagiaat. Ik heb zo’n vermoeden dat Koen het op een akkoordje heeft gegooid met een Blijhamse buizerd, die hij in ruil voor verse mollen of geschikt nestmateriaal of zoiets heeft laten cirkelen boven de voorbeeld-tuin, met een kabouterkind op de nek. Niels Holgersson revisited… Ik zie het al voor me, zo’n machtige roofvogel met op zijn nek zo’n klein etterkaboutertje met fel blauw puntmutsje, gewapend met een digitaal fototoestel… Je reinste spionage natuurlijk, ik ga buizerds die opvallend dichtbij komen voortaan goed in de gaten houden. Ondertussen staat Lily Burutati geweldig trots naast me: “Er komt zo‘n leuke Pipokar op het terrein om mijn aquarellen en beeldhouwwerken te kunnen exposeren. Een rijtje leilinden en een plataan die in de weg stonden heeft mij man Koen naar eigen zeggen al omgezaagd met zijn gloednieuwe Praxis-kettingzaag. Rozen zullen een ereplaats gaan innemen op de Burutati-stek! We zullen een keer per week open tuin houden, dat moet wel een enorm succes worden, al was het alleen al dankzij het serveren van heerlijke kruidkoek waarvan alleen ik het geheim ken! De te verwachten hordes bezoekers zullen we door de tuin loodsen met behulp van eenvoudige houten bordjes. U ziet wel, het wordt een prachtig project.”
"eenvoudige houten bordjes".....
Ik zeg maar niets, het zou het kleine, goedgelovig-enthousiaste vrouwtje shockeren, en het is toch ook bijna moederdag. Bovendien lukt het die tuintrolfamilie zonder hulp natuurlijk never nooit niet die plannen zodanig uit te voeren dat het origineel ook maar enigszins benaderd zal worden. Ze hebben duidelijk geen idee hoeveel werk zoiets met zich meebrengt. Na voor de vorm alle tekeningen even bekeken te hebben, af en toe een schijnknikje gevend, bergt Lily de rol tekeningen weer op……
- de pipohut van "de Houtstek" -
[Het interview gaat verder, Pieter vraagt haar naar haar 16 kinderen]
“Ach, die lieve schatjes van me! Ze zijn nu als het goed is op het strand met opa en oma De Putter, ik hoop dat ze voorzichtig zullen zijn en niet te diep de zee ingaan. Ze dragen allemaal speciaal vervaardigde zwembandjes van bubbeltjesplastic, maar het blijft natuurlijk extra gevaarlijk voor zulke kleine hummeltjes. Het zijn 10 meisjes en 6 jongens, een verhouding waar Koen aanvankelijk niet zo blij mee was, maar inmiddels weet hij wel beter. Hun namen zijn Roos, Madelief, Erica, Linde, Fleur, Els, Rozemarijn, Jasmijn, Marjolein en Margriet. De jongens heten Ed, Han, Harry, Rob, Nico en Basje.” De uitdrukking op het gezicht van Lily verandert plotseling. Ze ziet er opeens erg moe uit en ik geloof nu ook dat ze ouder dan driehonderd is. “Ach ja, mijn lieve Nico en Basje. Ik had ze nog zó gezegd op te passen voor die hond, maar ze wilden het beest zo ongelooflijk dolgraag pesten… Het kwajongenschap zit tuinkabouters nu eenmaal in het bloed, dat had u al begrepen, toch?” (ik wrijf even over de bult op mijn achterhoofd). “Dat is de tweeling fataal geworden, maar gek genoeg heeft het er ook voor gezorgd dat die dikke snerthond nu bij mijn andere kleintjes uit de buurt blijft. Ik had hem van tevoren nog zo gewaarschuwd: tuinkabouters smaken werkelijk ónvoorstelbaar vies….. (zie voor de details van dit gebeuren het stukje van 24 april 2010)
[Als laatste vraagt Pieter haar nog wat zij verwacht van Moederdag. Eerst volgt een flinke hoestbui, die Lily probeert weg te spoelen met wijn, wat niet lukt; Pieter klopt haar op haar rug....zijn verhaal gaat verder]:
Met tranen in haar ogen zegt Lily vervolgens met een piepend, hees stemmetje: “Dankje, dankje, het gaat wel weer. Ik moet stoppen met roken, mijn kinderen zullen het mij nooit vergeven als ik maar 350 word vanwege die ongezonde gewoonte! Wacht even, ik neem nog even een slokje…” Het is duidelijk dat Lily Burutati aardig aangeschoten begint te raken. Het interview duurt dan ook al meer dan een uur. Het wordt hoe dan ook tijd om er een punt aan te breien.
“U vroeg me wat ik verwacht van moederdag?”, hervat ze. Champagne-ontbijt op bed natuurlijk, en heel veel nieuwe kleren, mijn man Koen heeft daar echt oog voor! Hij weet altijd wel iets te ritselen. Neem nou de jurk die ik nu aanheb, die heb ik van hem gekregen voor onze 200ste trouwdag, lief hè? Dat hij dat zo zorgvuldig gaat uitkiezen in de winkel, zijn zuurverdiende spaarcentjes moet aanspreken, dat doet een vrouw natuurlijk helemaal smelten…” Ook op dit punt besluit ik maar weer niks te zeggen om de stemming niet te bederven. Wél weet ik dat als ik weer de was buiten hang, ik het wasrekje zeker onder stroom zal zetten! Mevrouw Burutati vervolgt: “De kinderen maken voor moederdag altijd tekeningen voor me, en ze bakken koekjes die altijd volledig mislukken, maar het gaat om het gebaar toch? Van Koen krijg ik ook altijd een voorraadje goede wijn, waarbij ik moet aantekenen dat hij altijd ‘helpt’ met het opdrinken daarvan. Nou ja, bij vaderdag gaat het net zo, dan geef ik hém wijn waar ik eigenlijk zelf trek in heb. Ik hoop deze keer voor moederdag ook weer heel veel spullen voor in de tuin te krijgen, zodat ik in de juiste outfits en met het juiste gereedschap mij kan gaan inzetten om de Burutati-stek een succes te laten worden!” Ze heft haar glas om alvast op dit voorgenomen succes te proosten, ziet dat ik geen glas heb, haalt haar schoudertjes op en drinkt het glas in één teug leeg.
“Beste Lily, we moeten dit gesprek gaan afronden. Mag ik je hartelijk danken voor je verhaal? Ik denk dat de lezers zich ermee zullen vermaken op moederdag!”
“Hik hoop het van harte - hik!” is het antwoord van de nu duidelijk onder invloed zijnde tuinkaboutervrouw. “Ik heb nog een cadeautje als dank”, zeg ik, en geef haar de enorme fles Chateau Dubois Jamboncontent, waar ze met verbazende snelheid de sierpapieren cadeauverpakking vanaf haalt om te zien wat het is. “Ohlalalaaa, - hik - een goede fles wijn van het beste huis dat er bestaat, uit een geweldig goed jaar ook nog!” Ik wil antwoorden dat ik wist dat zij zo’n kenner en ervaringsdeskundige is, maar een voorbijkomende goederentrein maakt mij zo goed als onverstaanbaar.
Ze gaat op haar stoel staan, houdt haar armpjes uitnodigend uit elkaar, sluit haar ogen en tuit haar lippen…..
Ik geef haar drie zoenen op haar wangen en zeg, Lily Burutati-De Putter ietwat verbouwereerd achterlatend: “Tot de volgende keer, veel succes met de tuin en groeten aan uw man! Zeg maar dat ik hem goed in de gaten zal houden, rond vaderdag kom ik weer terug voor een nieuw interview!” Ik draai mij om en wandel terug naar huis. “Zal ik een keer voor u koken?”, roept Lily me nog na. “Op donderdagavond is Koen altijd naar zijn kabouter-klaverjas-clubje!” “Dank voor het aanbod, we maken te zijner tijd wel weer een afspraak,” antwoord ik, en draai mij nu definitief om, mijn groene jasje losjes over de schouder.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten